Handleiding
terug naar overzicht

Inhoudsopgave

1. SpotOnMedics Intelligence

1.1 Waarom is big data belangrijk?

Om ervoor te zorgen dat uw praktijk zich blijft ontwikkelen naar de toekomst is het van groot belang goed zicht te hebben op zorg- en bedrijfsresultaten. Big data, gegevens die iedere fysiotherapeut verzamelt, maken dit inzicht mogelijk. Met big data werkt u aan de zorgstrategie van de toekomst: vol vernieuwing, efficiëntie, transparantie en innovatie.

1.2 Wat is SpotOnMedics Intelligence?

Met behulp van SpotOnMedics Intelligence wordt big data vanuit een (keten)database gevisualiseerd op een dashboard. SpotOnMedics Intelligence geeft u op een snelle, eenvoudige en interactieve manier inzicht in verschillende aspecten:
– het functioneren van de therapeut, de praktijk en het fysiotherapienetwerk;
– een uniform zorgplan;
– trendanalyses: proactief innoveren;
– kennis, vaardigheden en professionaliteit van therapeuten;
– en de bedrijfsvoering

1.3 Hoe navigeer ik door het dashboard heen?

Eenmaal ingelogd op SpotOnMedics Intelligence opent er een venster met uw persoonlijke werkomgeving. In het rechterdeel vindt u de applicatie die voor uw praktijk en/of netwerk is gevisualiseerd. Open de applicatie door deze te selecteren.

Het venster wordt ververst en een ander overzicht wordt geopend. In dit venster ziet u alle werkbladen die samen het dashboard van uw praktijk en/of netwerk vormen. Een werkblad is een pagina met visualisaties. Klik op het eerste werkblad en start met de visualisatie van uw praktijk.


Vanuit het eerste werkblad kunt u verder navigeren naar verschillende werkbladen door gebruik te maken van de pijltjes rechtsboven in het scherm. Wilt u terug naar het overzicht met alle werkbladen? Klik rechtsboven in het scherm op  en selecteer hier het gewenste werkblad. Het beginscherm kunt u links boven in vinden door te klikken op “Hub openen”.

1.4 Hoe selecteer ik data in het dashboard?

Om op een interactieve manier gebruik te kunnen maken van het dashboard kunt u verschillende soorten visualisaties selecteren en/of gebruik maken van filters. Druk simpelweg op een onderdeel van een visualisatie, de legenda en/of teken een “lasso” om de gewenste data binnen een grafiek. Met een paar klikken past het dashboard zich snel aan naar de juiste visualisatie van de geselecteerde data.

Tijdens de analyse worden de selecties weergegeven boven het werkblad. Elk selectie-item heeft een kleine balk onderaan die de selectie statussen voor die dimensie aangeeft. Er worden drie statussen weergegeven in de balken: geselecteerd (groen), alternatief (lichtgrijs) en uitgesloten (donkergrijs). Vergrendelde waarden worden gemarkeerd met het pictogram van een hangslot.

Wanneer u op een selectie-item klikt, wordt een pop-upvenster weergegeven. Hierin kunt u die selectie weergeven, bewerken of wissen. U kunt ook zoeken naar dimensiewaarden of de selectie vergrendelen. In de volgende afbeelding is het selectiemenu open. Sommige opties zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de selecties die eerder zijn gemaakt.

Selectie-opties

  1. Alles selecteren.
    Alle waarden zijn geselecteerd. Alternatieve waarden krijgen de status geselecteerd (groen). Uitgesloten waarden krijgen de status geselecteerd uitgesloten. Ze zijn nog steeds donkergrijs, maar nu geselecteerd (gemarkeerd met ). Als u de selectie wist waardoor deze waarden worden uitgesloten, verandert de status in geselecteerd (groen).
  2. Selecteren mogelijk
    Alle mogelijke waarden (wit) zijn geselecteerd. Deze optie is nooit beschikbaar in het selectie-item omdat bij het uitvoeren van een selectie de andere waarden alternatief of uitgesloten zijn. In een filtervak kunt u echter mogelijke waarden hebben als resultaat van een andere selectie.
  3. Alternatief selecteren
    Als in een veld al een selectie is gemaakt, krijgen alternatieve waarden, indien aanwezig, een lichtgrijze kleur. Dit zijn waarden die mogelijk zouden zijn geweest (wit), als er niet reeds een selectie in dat veld was gemaakt. Door alternatieve waarden te selecteren krijgen de eerder geselecteerde waarden de status alternatief.
  4. Uitgesloten selecteren.
    Als er alternatieve waarden zijn, worden ze geselecteerd (groen) en krijgen de waarden die eerder geselecteerd waren, de status alternatief. Uitgesloten waarden krijgen de status uitgesloten. Als er geen alternatieve waarden zijn, worden de uitgesloten waarden geselecteerd (groen) en wordt de status van de eerder geselecteerde waarden gewijzigd in alternatief.

Heeft u een verkeerde selectie gemaakt en wilt u deze selectie verwijderen? Maak deze wijziging ongedaan door bovenin het scherm op het kruisje te klikken van de ongewenste selectie.

1.5 Extra filter mogelijkheden

Naast de filters aan de linkerzijde van het dashboard kan de praktijk en/of het netwerk gebruik maken van overige filters. Overige filters zijn terug te vinden onder “inzichten” rechtsboven in de werkbalk. De volgende filters zijn hierin terug te vinden:

Filters SpotOnMedics Intelligence

FiltersZoeken op via:
Afspraak wordt gedeclareerd aan de patiënt of de zorgverzekeraarAfspraakDeclarerenAan
BehandelgroepenGroepsId
Code van een klinimetrie meetinstrumentCodeklinimetrie
Collega's in dienstUitDienst
DiagnosecodeDiagnosecode
Dossiers waarbij de patiënt toestemming moet gegeven voor het doorsturen van gegevens aan het LDF.LDFoptie
Inkoopgroepen van zorgverzekeraarsContractgroep
Is een patiënt doorverwezen of komt hij in de praktijk via DTFDTF_Verwijzer
Labels van zorgverzekeraarsVerzekeraar
MedicatieMedicatieomschrijving
Naam huisartsenpraktijkHuisarts
Open en/of gesloten dossiersStatus.Dossier
OperatieOperatie.Omschrijving
ProfielProfiel
Prognostische factorenPrognostischeFactoren.Omschrijving
Status dossierstatus.dossier
Therapeuten die uit dienst zijn kunnen gefilterd worden (0 zijn alle collega's die niet uit dienst zijn, 1 zijn alle collega's die wel uit dienst zijn). Let op, dit is gebaseerd op wat momenteel in FysioOne is vastgelegd bij de gebruikers. Dit wijzigt niet mee als het tijdspad wordt aangepast.UitDienst
Dossier nummer FysioOneEpisodeId
VerwijzersVerwijzernaam
ZorgplanZorgplan
WeekWeekafspraak

1.6 Betekenis veel voorkomende dimensies en metingen 

Om de data helder te kunnen analyseren is bepaalde achtergrondkennis van dimensies, metingen en filters vereist. Data die gevisualiseerd wordt binnen SpotOnMedics Clinical Intelligence toont data die gerelateerd is aan de trajectgegevens binnen FysioOne. Dit houdt in dat de administratie binnen de dossiers leidend is voor de visualisatie in Clinical Intelligence. Om goed voor ogen te hebben welke administraties in FysioOne worden meegenomen naar Clinical Intelligence zijn de volgende tabellen opgesteld.

Betekenis dimensies

DimensiesBetekenis
GeslachtGeslacht wordt onderverdeeld op basis van 2 groepen, namelijk: man; vrouw.
LeeftijdscategorieLeeftijd wordt onderverdeeld op basis van 5 groepen, namelijk: 0-17; 18-44; 45-64; 65-74; 75 en ouder. Leeftijd is van invloed op het aantal behandelingen dat nodig is om te herstellen.
HoofddiagnosegroepHoofddiagnosegroepen weergeven de hoofddiagnose pathologie klassen o.b.v. het derde cijfer van de medische diagnosecode/DCSPH. Om te voorkomen dat zorg met uiteenlopende complexiteit met elkaar vergeleken wordt, wordt gecorrigeerd op hoofddiagnose. Een verzekerde met meerdere indicaties in verschillende hoofd pathologie groepen komt meerdere keren voor. De hoofddiagnosegroepen zijn onderverdeeld als volgt: 00-09; 10-19; 20-28; 31-39;40-48; 50-56; 60-69; 70-79; 80-89; 90-99.
VerzekeringsgrondslagDe mate waarin patiënten vanuit de aanvullende verzekering of Bijlage 1 van het Besluit zorgverzekering aanspraak maken op de vergoeding voor fysiotherapie wordt vastgelegd in de verzekeringsgrondslag. De aanspraak heeft invloed op het aantal te verwachten behandelingen. De 3 verschillende groepen zijn als volgt: 1) Bijlage 1 bij art. 2.6 Besluit zorgverzekering (BZV): CSI-codes 001, 008 en 011. 2) Niet Bijlage 1 BZV - AV laag: CSI 003, 009, 010 i.c.m. <12 of 12 behandelingen in AV pakket. 3) Niet Bijlage 1 BZV - AV hoog: CSI 003, 009, 010 i.c.m. >12 behandelingen in AV pakket en CSI 004 en 005.
Patiënten kunnen zowel een declaratie hebben in de Bzv als in AV laag als hoog. Deze patiënten worden dan voor de ene declaratie in Bijlage 1 Bzv en voor de andere declaratie in een AV-klasse ingedeeld. Bijvoorbeeld: een patiënt die zowel een behandeling met CSI code 009 als behandeling met een CSI code 001 komt dan tweemaal voor in het bronbestand.
Indien de indeling van de patiënten in mandjes bij Vektis (ENO en Zorg & Zekerheid) plaatsvindt, wordt de verzekeringsgrondslag afgeleid van de AV-pakketten die door Vecozo zijn aangeleverd en het aantal verzekerde zittingen per AV-pakket zoals door Zorgweb aangeleverd. De resultaten hiervan zijn gecontroleerd door de individuele verzekeraars. De overige verzekeraars leveren per patiënt de verzekeringsgrondslag aan.
Het is niet mogelijk om bij één verzekeraar in beide AV-klassen te zijn ingedeeld. Indien een patiënt meerdere AV-pakketten heeft, is per verzekeraar vastgesteld hoe zij in hun beleid hiermee omgaan. Op basis daarvan zijn de verzekerde zittingen ofwel gesommeerd, ofwel is het maximum genomen ofwel is het laatst bekende AV-pakket gehanteerd.
Sociaal economische statusDe sociaal economische status (SES-score) wordt bepaald op basis van postcode niveau en wordt en de groepen laag (30%); midden (40%) en hoog (30%) ingedeeld. Verschillen in sociaaleconomische status kunnen invloed hebben op de zelfredzaamheid en gezond gedrag. De bandbreedte is op drie niveaus verdeeld op basis van een procentuele verdeling van de SES scores. De sociaal economische status wordt toegekend op basis van de postcode van het woonadres. Per postcode is een Sociaal Economische Status gekoppeld. De bron voor de indeling van postcodes in SES laag, midden of hoog betreft SCP-gegevens over 2016.

Betekenis metingen

MetingenBetekenis
Aantal patiëntenHet aantal unieke patiënt id's.
Aantal therapeutenHet aantal unieke therapeut id's.
BehandelgemiddeldeHet aantal unieke agenda id’s gedeeld door het aantal unieke patiënt id's.
Gemiddeld tariefHet gemiddelde toegepaste tarief.
KlinimetrieverbeteringDe klinimetrieverbetering geeft het verschil aan tussen de begin en de eindmeting. Belangrijk om te vermelden is dat deze meting alleen metingen meeneemt waar zowel een begin als een eindmeting heeft plaatsgevonden.
Omzet per patiëntDe omzet per patiënt geeft het gemiddelde toegepaste tarief aan per patiënt.
SpotOnMedics Clinical IntelligenceFysioOne
Jaar/ kwartaal/ maandZittingsdatum in de agenda.
TherapeutHoofdbehandelaar binnen het dossier.
VerwijzersDe relaties (vanuit het adresboek) die gekoppeld is aan het dossier.
VerzekeraarDe polisgegevens zijn gekoppeld aan het traject.
Zorgplan/ profiel/ categorieHet gekozen zorgplan/ profiel/ categorie wordt gekozen binnen het dossier.
DiagnosecodeDe diagnosecode wordt ingevuld in het dossier.
IndicatieDe CSI code wordt ingevuld in het dossier.
RecidiefRecidief wordt geregistreerd in het dossier bij aanmelding.
DTF/ verwijzerType binnenkomst wat geregistreerd wordt in het dossier bij aanmelding.
UitdienstIn de configuratie van FysioOne kan bij gebruikers aangegeven worden of een medewerker in of uit dienst is. Let op! Dit wordt geregistreerd op basis van de huidige status. Dit betekent dat Clinical Intelligence enkel de huidige status kan tonen.
LocatieDe locatie wordt gekoppeld aan de agenda.

1.7 Wat zijn bladwijzers en waar kan ik bladwijzers vinden?

Als u gegevens analyseert, komt u mogelijk iets interessants tegen dat u later weer wilt bekijken of dat u met anderen wilt delen. Met bladwijzers kunt u een bepaalde selectiestatus op een werkblad gemakkelijk bijhouden

Hoe werkt dit? Maak gebruik van de grafieken/tabellen en filters tot de gewenste visualisatie gerealiseerd is. Klik rechtsboven in het scherm op het volgende icoon: . U bevindt zich nu in het overzicht van de bladwijzers. Klik op “nieuwe bladwijzer maken” en geef de bladwijzer een titel en een beschrijving. Met behulp van de titel kunt u snel de juiste bladwijzer terugvinden in het overzicht met alle bladwijzers. Het tekstveld voor de beschrijving biedt de mogelijkheid om een uitgebreidere uitleg te geven aan de bladwijzer. Druk op enter en de bladwijzer is opgeslagen. Wilt u de titel of beschrijving wijzigen? Sleep dan de muis boven de titel en klik op  aan de rechterkant van de titel. Er verschijnt vervolgens een potlood in beeld. Klik op het potlood en voer de wijzigingen door. Wilt u de bladwijzer niet wijzigen maar verwijderen? Klik dan op het potlood en vervolgens op de prullenbak.

Uw bladwijzer terugvinden kan op eenvoudige wijze door het gehele dashboard heen. Klik op  en vervolgens op de titel van de gewenste bladwijzer. Het dashboard past zich direct aan naar de opgeslagen selecties binnen de bladwijzer.

1.8 Hoe kan ik bladwijzers delen?

Het is mogelijk om vanuit het hoofdaccount bladwijzers te delen met andere binnen de praktijk. Hiervoor ga je in het HOOFDaccount (vaak de contracthouder) naar ‘Bladwijzers’. Je klikt met de rechtermuisknop op de desbetreffende bladwijzer die je wilt delen en klikt op ‘Publiceren’. De bladwijzer wordt binnen de praktijk dan met iedereen die dat dashboard kan zien gedeeld. Zie je geen ‘publiceren’ staan dan betekent dit dat het dashboard niet met andere binnen de praktijk gedeeld is en daardoor ook niet te publiceren is.

1.9 Bladwijzer publiceren

Wanneer je zelf een bladwijzer aanmaakt, dan vind je deze terug onder “Mijn bladwijzers”. Deze bladwijzer kan je delen met andere gebruikers binnen de praktijk die meegenomen zijn in de stream van het desbetreffende dashboard. Wanneer je de bladwijzer deelt dan wordt deze zichtbaar op alle accounts die het dashboard in mogen zien binnen de praktijk.

Hoe publiceer je een bladwijzer?
Ga naar de bladwijzers en ga met de rechter muisknop op de bladwijzer staan die je wilt publiceren. Je ziet dan de optie “publiceren” daarbij staan. Daar klik je op. Op dat moment is de bladwijzer voor iedereen te zien die de rechten heeft om dat dashboard te bekijken.

*Let op, Alleen de bladwijzers die op jouw account zijn aangemaakt zijn te publiceren*

1.10 Bladwijzer verwijderen

Er zijn 3 soorten bladwijzers: “openbare bladwijzers“, “mijn bladwijzers” en “door mij gepubliceerde bladwijzers.”

– Openbare bladwijzers zijn gemaakt voordat er een stream was. Deze zijn alleen te verwijderen door SpotOnMedics.**
– Mijn bladwijzers: Deze kan je zelf verwijderen. Je gaat met de rechter muisknop op de bladwijzer staan en je klikt op “verwijderen”
– Door mij gepubliceerde bladwijzers: Deze zijn te verwijderen nadat je de publicatie hebt teruggetrokken. Dit doe je eerst en daarna kan je ze verwijderen op de manieren zoals hierboven beschreven.

**Mocht je deze willen verwijderen? Laat dit ons weten door middel van een ticket op Freshdesk met de volgende informatie: Naam Dashboard, Naam bladwijzer en datum waarop de bladwijzer is aangemaakt.

1.11 Hoe exporteer ik data en visualisaties?

Naast bladwijzers zijn er meerdere mogelijkheden om interessante visualisaties te bewaren. Zo kan data uit grafieken en tabellen geëxporteerd worden naar Excel. Naast de ruwe data kunnen visualisaties ook los geëxporteerd worden als afbeelding (JPEG of PNG) of als PDF. Zodoende kunt u ook gebruik maken van visualisaties die u later wilt toelichten in een powerpointpresentatie zonder SpotOnMedics Intelligence hiervoor te openen. Door te klikken op uw rechtermuisknop kunt u kiezen om data van een bepaalde visualisatie te exporteren als losse data, afbeelding of PDF.

Het hele werkblad exporteren als afbeelding of PDF? Klik dan links bovenin het werkveld op en exporteer het gewenste werkblad naar PDF.

Visualisatie Exporteren als afbeelding

  1. Klik met de rechtermuisknop op de visualisatie die u wilt exporteren.
  2. Selecteer in het snelmenu de optie Exporteren als afbeelding.
    Het dialoogvenster Afbeeldingsinstellingen wordt weergegeven.
  3. Selecteer Huidig om de bestaande opties te kiezen of wijzig uw opties door Aangepast te kiezen.a.
    • Als u Huidig selecteert, worden de breedte en hoogte van het oorspronkelijke diagram en de schermresolutie in dpi weergegeven. U kunt voor de uitvoerindeling kiezen tussen .png en .jpeg via de vervolgkeuzelijst Bestandstype.
    • U kunt de afmetingen en de resolutie van de geëxporteerde afbeelding aanpassen door op de optie Aangepast te klikken.
      U kunt een nieuwe afbeeldingsbreedte of -hoogte instellen door op + of – te klikken om de breedte of hoogte respectievelijk te vergroten of te verkleinen. U kunt ook een exacte waarde typen. De minimumwaarde is 8 pixels, de maximumwaarde is 2.000 pixels.
    • Opmerking: Een te exporteren afbeelding mag maximaal 2.000 bij 2.000 pixels groot zijn. Als blijkt dat de exportafbeelding groter is, moet u de grootte aanpassen in Aangepast.
    • Opmerking: U kunt de hoogte/breedteverhouding behouden door resp. Breedte (pixels) en Hoogte (pixels) in te stellen.
    • U kunt een nieuwe afbeeldingsresolutie instellen door op + of – aan de zijkanten van Resolutie (dots per inch) te klikken om de resolutie respectievelijk te verhogen of te verlagen. U kunt ook een exacte waarde typen. De minimumwaarde is 72 dpi, de maximumwaarde is 300 dpi.
  4. Klik op Exporteren om het maken van de afbeelding te starten.

Visualisatie exporteren naar PDF

  1. Selecteer in het snelmenu de optie Exporteren naar PDF.
    Het dialoogvenster PDF-instellingen wordt weergegeven.
  2. Selecteer het Papierformaat door in de desbetreffende vervolgkeuzelijst te bladeren en op het geselecteerde formaat te klikken.
  3. U kunt de optie Resolutie (dots per inch) een hogere of lagere waarde geven door op + of – te klikken. U kunt ook een exacte waarde typen. De minimumwaarde is 72 dpi, de maximumwaarde is 300 dpi.
  4. Kies de Richting door op de knop Staand of Liggend te klikken.
  5. Met de Opties voor hoogte/breedteverhouding kunt u het volgende selecteren:
    • Huidig formaat behouden om de visualisatie in de PDF in te voegen zonder het formaat te wijzigen. Als de resulterende PDF kleiner is dan de visualisatie wordt deze bijgesneden.
    • Passend op pagina, zonder behoud van hoogte/breedteverhoudingverandert de hoogte en breedte van de visualisatie zodat de hele pagina wordt gevuld. De hoogte/breedteverhouding verandert dienovereenkomstig.
  6. Klik op Exporteren om het maken van de afbeelding te starten.

1.12 Maak uw eigen presentaties in SpotOnMedics Intelligence.

U kunt presentaties openen vanuit het app-overzicht of de werkbladweergave door te klikken op en vervolgens op een presentatie te klikken. In de presentatieweergave kunt u het volgende doen:

  • Presentaties samenstellen om inzichten en ideeën te presenteren op basis van uw gegevensontdekkingen.
  • Een presentatie afspelen zoals deze zou worden gepresenteerd aan een publiek.

Inzichten voor presentaties verzamelen via snapshots
Voor een compleet beeld van uw app moet u over een manier beschikken om de inzichten te verzamelen die u tegenkomt. Hiervoor kunt u statische snapshots van uw visualisaties maken.

Een snapshot is een grafische voorstelling van de toestand (type en gegevens) van een gegevensobject op een bepaald punt in de tijd. U kunt snapshots gebruiken bij het maken van een presentatie. De snapshot die u maakt is een kopie van de toestand. Dit betekent dat de snapshot niet verandert wanneer het bijbehorende gegevensobject wordt bijgewerkt.

Als u een snapshot maakt, kunt u hier een opmerking aan toevoegen. Met behulp van opmerkingen kunt u bij het bouwen van een presentatie de verschillende snapshots in de snapshot-bibliotheek beter van elkaar onderscheiden. De opmerking is niet zichtbaar bij het afspelen van de presentatie.

Nadat u snapshots van een specifieke visualisatie hebt gemaakt, kunt u de snapshot-bibliotheek openen via het snelmenu van de visualisatie. Hier kunt u vervolgens beslissen welke snapshots u wilt bewaren en gebruiken in uw presentaties. U kunt ook de aantekening bewerken en de snapshots verwijderen.

Een snapshot maken

  1. Beweeg in de werkbladweergave met de muisaanwijzer over de visualisatie waarvan u een snapshot wilt maken.
  2. Zodra u de muiswijzer boven de visualisatie plaatst verschijnen er verschillende symbolen boven de grafiek: . Klik opom een snapshot te maken. Typ vervolgens een beschrijving waaraan u de snapshot in de snapshot-bibliotheek kunt herkennen.

Let op! Om te voorkomen dat sommige data buiten de foto valt is het van belang om de grafiek te vergroten voordat u de snapshot maakt. Vergroot de grafiek door op   te klikken.

Vervolgens kunt u naar uw eigen presentaties gaan door boven in de werkbalk op “presenatie” te klikken. Klik op presentatie maken en geef de nieuwe presentatie een titel.

 

1.13 Presentatie bewerken

Bij het openen van de nieuwe presentatie komt u in het werkveld “mijn presentaties” terecht.

U stelt presentaties samen aan de hand van snapshots van uw visualisaties. U kunt verschillende soorten visuele effecten en inhoud zoals tekst, vormen, afbeeldingen en effecten toevoegen om de presentaties er beter te laten uitzien.

Hulpmiddelen en bibliotheken:
Aan de rechterzijde vindt u een verzameling hulpmiddelen en bibliotheken om te helpen bij het samenstellen en verfraaien van uw presentatie. De gemaakte snapshots vindt u terug onder het fototoestel rechts in de werkbalk. Een snapshot kan in het werkblad geplaatst worden door een snapshot te selecteren en naar het werkveld te slepen.

Bij elke snapshot die u in uw werkveld sleept heeft u diverse snapshotopties bij de volgende icoons. Met kunt u de snapshot vergrendelen. In dit geval zal de snapshot met behoud van hoogte/ breedteverhouding wijzigen zodra u de snapshot vergroot of verkleint. Wilt u dit niet dan ontgrendeld u eerst de snapshot waardoor elke grootte en progressieve* weergave mogelijk is.

* Progressieve weergave betekent het volgende: als een visualisatie (of ontgrendeld snapshot) groter wordt gemaakt, wordt de informatie progressief weergegeven. Als een visualisatie (of ontgrendelde snapshot) kleiner wordt gemaakt, wordt er minder informatie weergegeven. Hierdoor kunt u zich concentreren op de essentiële informatie en voorkomt u dat de visualisatie te druk wordt met te veel informatie in een te kleine ruimte.

In de werkbalk bevinden zich meer tools waar gebruik van gemaakt kan worden. Denk hierbij aan tekstobjecten ,   vormenbibiliotheek , mediaobjecten , effectenbibliotheek live-gegevens .

Tekstobjecten
Het presentatiehulpmiddel Tekstobjecten bevat verschillende tekststijlen. U voegt een tekstobject toe aan een presentatiedia door een van de tekststijlen naar een dia te slepen.

Titel
U kunt de tekengrootte wijzigen door de grootte van het tekstobject aan te passen.
Dubbelklik op het tekstobject of klik op het tekstobject en klik op   om het volgende in te schakelen:

    • De tekenkleur wijzigen
    • De tekenstijl wijzigen
    • Een koppeling maken naar een bladwijzer of een webadres

Alinea
Als u een groot aantal tekens invoert (maximaal 12.000) wordt een schuifbalk ter beschikking gesteld.
Dubbelklik op het tekstobject of klik op het tekstobject en klik op om het volgende in te schakelen:

    • De kleur wijzigen
    • De tekengrootte
    • De tekenstijl wijzigen
    • De uitlijning van de tekst wijzigen
    • Een koppeling maken naar een bladwijzer of een webadres

Vormenbibliotheek

De vormenbibliotheek bevat een aantal vormen, zoals rechthoeken en cirkels, die u kunt gebruiken in de dia’s van uw presentaties. U voegt een vorm toe aan een dia door een van de vormen naar een dia te slepen.

Effectenbibliotheek

De effectenbibliotheek bevat een lijst met verschillende visuele effecten die u op uw snapshots kunt toepassen. U past een effect op een snapshot toe door een van de effecten naar een snapshot te slepen.

  • Hoogste waarde
    U kunt de hoogste waarde laten opvallen door een label toe te voegen aan de hoogste waarde en de andere waarden grijs weer te geven. Bij visualisaties met gegroepeerde waarden wordt de hoogste waarde in elke groep gemarkeerd.
  • Laagste waarde
    U kunt de laagste waarde laten opvallen door een label toe te voegen aan de laagste waarde en de andere waarden grijs weer te geven. Bij visualisaties met gegroepeerde waarden wordt de laagste waarde in elke groep gemarkeerd.
  • Willekeurige waarde
    Voor visualisaties met een enkele dimensie en meting kunt u een handmatig geselecteerde waarde laten opvallen. De waarde wordt gemarkeerd door een label toe te voegen en de andere waarden grijs weer te geven.

    Bij visualisaties met gegroepeerde waarden kunt u ervoor kiezen een meting of een dimensie te markeren. De geselecteerde meting of dimensie wordt gemarkeerd in alle groepen waarin deze voorkomt.

U kunt extra nadruk leggen op uw inzichten om ze te verduidelijken en boeiend te maken voor uw doelgroep. U doet dit door effecten toe te voegen aan uw snapshots om de aandacht te vestigen op bepaalde gegevenspunten en tegelijkertijd informatie te onderdrukken die mogelijk niet relevant is. Op deze manier helpen de effecten u de overmaat aan informatie voor uw doelgroep te beperken, zodat zij zich kunnen richten op de belangrijkste inzichten die u aan hen wilt voorleggen.

In deze sectie vindt u onderwerpen waarmee u leert uw inzichten te benadrukken, bijvoorbeeld hoe u verschillende effecten kunt toepassen op een snapshot en gegevenspunten kunt markeren in een snapshot.

Een andere manier om de nadruk te leggen op een inzicht en een overmaat aan informatie te vermijden is het verbergen van informatie. Zo kunt u bijvoorbeeld het uiterlijk van een snapshot wijzigen zodat elementen zoals titels, assen, gegevenspuntlijnen, voetnoten, legenda’s enzovoort, verborgen zijn. Ontgrendel hiervoor de snapshot en bewerk de snapshot met het volgende icoon.

Een werkblad met live-gegevens toevoegen aan een dia

Het is mogelijk om werkbladen met live-gegevens aan een presentatiedia toe te voegen. Wanneer u een werkblad met live-gegevens aan een presentatiedia toevoegt, worden de huidige selecties van de app voor het geselecteerde werkblad opgeslagen. Telkens wanneer een werkblad met live-gegevens in een presentatie wordt bekeken, worden deze selecties toegepast.

Doe het volgende:

  1. Klik in de presentatieweergave op  in het venster met presentatiehulpmiddelen.
    Er wordt een dialoogvenster geopend.
  2. Klik op het werkblad dat u in de presentatie wilt gebruiken.

Het werkblad met live-gegevens wordt aan een nieuwe dia toegevoegd.

1.14 Presentatie bewerken Extra tips en tricks

Bladwijzers toevoegen aan dia’s

Via de werkbalk voor tekstopmaak is er een koppelingsoptie waarmee u bladwijzers kunt toevoegen binnen in een tekstobject.

Doe het volgende:

  1. Dubbelklik in de presentatieweergave op het tekstobject waaraan u de bladwijzer wilt toevoegen.
    De werkbalk voor tekstopmaak wordt weergegeven.
  2. Selecteer de tekstalinea die u wilt gebruiken als een bladwijzer.
  3. Klik op .
    Er wordt een dialoogvenster geopend.
  4. Klik rechts op Bladwijzers en selecteer een bladwijzer in de lijst.
  5. Klik buiten de tekst.

De bladwijzer wordt toegevoegd.

Koppelingen toevoegen aan dia’s

De werkbalk voor tekstopmaak bevat een optie om een koppeling toe te voegen binnen in een tekstobject.

Koppelingen toevoegen

De werkbalk voor tekstopmaak bevat een optie om een koppeling toe te voegen binnen in een tekstobject. U kunt een tekst alinea markeren en gebruiken voor een koppeling.

Doe het volgende:

  1. Dubbelklik in de presentatieweergave op het tekstobject waaraan u de koppeling wilt toevoegen.
    De werkbalk voor tekstopmaak wordt weergegeven.
  2. Selecteer de tekstalinea die u wilt gebruiken voor de koppeling.
  3. Klik op .
    Er wordt een dialoogvenster voor koppelingen geopend.
  4. Typ in het veld Koppelen met het webadres waarvoor u de koppeling wilt toevoegen.

1.15 Geef uw eigen presentatie in SpotOnMedics Intelligence

Tijdens het samenstellen van uw presentatie kunt u bekijken hoe deze eruitziet en zich gedraagt bij weergave aan een publiek door de presentatie af te spelen. Het volledige browservenster wordt gebruikt. U kunt zien hoe uw snapshots, werkbladen met live-gegevens, teksten, vormen en visuele effecten eruitzien.

Bij vragen uit het publiek hebt u rechtstreeks toegang tot de live-gegevens van uw snapshots en uw live-gegevenswerkbladen. Op deze manier kunt u verborgen inzichten ontdekken en uw presentatie een andere kant op sturen.

Handleiding SpotOnMedics Intelligence

Laatst gewijzigd door: Lindsey Steenman-Tol op 21-09-2023 - 11:54:30
  • SpotOnMedics Intelligence
  • SpotOnMedics Intelligence

Introductie

Introductie

Dank voor het raadplegen van deze handleiding. SpotOnMedics wenst u veel lees- en werkplezier met FysioOne toe. In deze handleiding gaan we in op SpotOnMedics Intelligence.  SpotOnMedics Intelligence maakt data van de praktijk inzichtelijk op een snelle, eenvoudige en interactieve manier. Het biedt inzicht en overzicht in relatie tot een uniform behandelproces. Alle praktijk- en/of netwerkinformatie komt bijeen op één dashboard: daarin kunt u spelenderwijs inzoomen op details.

Mochten er naar aanleiding van het lezen van deze handleiding toch nog vragen zijn dan staat onze supportdesk u graag te woord. Onze contactgegevens kunt u onderaan de website vinden.

Inhoudsopgave

1. SpotOnMedics Intelligence

1.1 Waarom is big data belangrijk?

Om ervoor te zorgen dat uw praktijk zich blijft ontwikkelen naar de toekomst is het van groot belang goed zicht te hebben op zorg- en bedrijfsresultaten. Big data, gegevens die iedere fysiotherapeut verzamelt, maken dit inzicht mogelijk. Met big data werkt u aan de zorgstrategie van de toekomst: vol vernieuwing, efficiëntie, transparantie en innovatie.

1.2 Wat is SpotOnMedics Intelligence?

Met behulp van SpotOnMedics Intelligence wordt big data vanuit een (keten)database gevisualiseerd op een dashboard. SpotOnMedics Intelligence geeft u op een snelle, eenvoudige en interactieve manier inzicht in verschillende aspecten:
– het functioneren van de therapeut, de praktijk en het fysiotherapienetwerk;
– een uniform zorgplan;
– trendanalyses: proactief innoveren;
– kennis, vaardigheden en professionaliteit van therapeuten;
– en de bedrijfsvoering

1.3 Hoe navigeer ik door het dashboard heen?

Eenmaal ingelogd op SpotOnMedics Intelligence opent er een venster met uw persoonlijke werkomgeving. In het rechterdeel vindt u de applicatie die voor uw praktijk en/of netwerk is gevisualiseerd. Open de applicatie door deze te selecteren.

Het venster wordt ververst en een ander overzicht wordt geopend. In dit venster ziet u alle werkbladen die samen het dashboard van uw praktijk en/of netwerk vormen. Een werkblad is een pagina met visualisaties. Klik op het eerste werkblad en start met de visualisatie van uw praktijk.


Vanuit het eerste werkblad kunt u verder navigeren naar verschillende werkbladen door gebruik te maken van de pijltjes rechtsboven in het scherm. Wilt u terug naar het overzicht met alle werkbladen? Klik rechtsboven in het scherm op  en selecteer hier het gewenste werkblad. Het beginscherm kunt u links boven in vinden door te klikken op “Hub openen”.

1.4 Hoe selecteer ik data in het dashboard?

Om op een interactieve manier gebruik te kunnen maken van het dashboard kunt u verschillende soorten visualisaties selecteren en/of gebruik maken van filters. Druk simpelweg op een onderdeel van een visualisatie, de legenda en/of teken een “lasso” om de gewenste data binnen een grafiek. Met een paar klikken past het dashboard zich snel aan naar de juiste visualisatie van de geselecteerde data.

Tijdens de analyse worden de selecties weergegeven boven het werkblad. Elk selectie-item heeft een kleine balk onderaan die de selectie statussen voor die dimensie aangeeft. Er worden drie statussen weergegeven in de balken: geselecteerd (groen), alternatief (lichtgrijs) en uitgesloten (donkergrijs). Vergrendelde waarden worden gemarkeerd met het pictogram van een hangslot.

Wanneer u op een selectie-item klikt, wordt een pop-upvenster weergegeven. Hierin kunt u die selectie weergeven, bewerken of wissen. U kunt ook zoeken naar dimensiewaarden of de selectie vergrendelen. In de volgende afbeelding is het selectiemenu open. Sommige opties zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de selecties die eerder zijn gemaakt.

Selectie-opties

  1. Alles selecteren.
    Alle waarden zijn geselecteerd. Alternatieve waarden krijgen de status geselecteerd (groen). Uitgesloten waarden krijgen de status geselecteerd uitgesloten. Ze zijn nog steeds donkergrijs, maar nu geselecteerd (gemarkeerd met ). Als u de selectie wist waardoor deze waarden worden uitgesloten, verandert de status in geselecteerd (groen).
  2. Selecteren mogelijk
    Alle mogelijke waarden (wit) zijn geselecteerd. Deze optie is nooit beschikbaar in het selectie-item omdat bij het uitvoeren van een selectie de andere waarden alternatief of uitgesloten zijn. In een filtervak kunt u echter mogelijke waarden hebben als resultaat van een andere selectie.
  3. Alternatief selecteren
    Als in een veld al een selectie is gemaakt, krijgen alternatieve waarden, indien aanwezig, een lichtgrijze kleur. Dit zijn waarden die mogelijk zouden zijn geweest (wit), als er niet reeds een selectie in dat veld was gemaakt. Door alternatieve waarden te selecteren krijgen de eerder geselecteerde waarden de status alternatief.
  4. Uitgesloten selecteren.
    Als er alternatieve waarden zijn, worden ze geselecteerd (groen) en krijgen de waarden die eerder geselecteerd waren, de status alternatief. Uitgesloten waarden krijgen de status uitgesloten. Als er geen alternatieve waarden zijn, worden de uitgesloten waarden geselecteerd (groen) en wordt de status van de eerder geselecteerde waarden gewijzigd in alternatief.

Heeft u een verkeerde selectie gemaakt en wilt u deze selectie verwijderen? Maak deze wijziging ongedaan door bovenin het scherm op het kruisje te klikken van de ongewenste selectie.

1.5 Extra filter mogelijkheden

Naast de filters aan de linkerzijde van het dashboard kan de praktijk en/of het netwerk gebruik maken van overige filters. Overige filters zijn terug te vinden onder “inzichten” rechtsboven in de werkbalk. De volgende filters zijn hierin terug te vinden:

Filters SpotOnMedics Intelligence

FiltersZoeken op via:
Afspraak wordt gedeclareerd aan de patiënt of de zorgverzekeraarAfspraakDeclarerenAan
BehandelgroepenGroepsId
Code van een klinimetrie meetinstrumentCodeklinimetrie
Collega's in dienstUitDienst
DiagnosecodeDiagnosecode
Dossiers waarbij de patiënt toestemming moet gegeven voor het doorsturen van gegevens aan het LDF.LDFoptie
Inkoopgroepen van zorgverzekeraarsContractgroep
Is een patiënt doorverwezen of komt hij in de praktijk via DTFDTF_Verwijzer
Labels van zorgverzekeraarsVerzekeraar
MedicatieMedicatieomschrijving
Naam huisartsenpraktijkHuisarts
Open en/of gesloten dossiersStatus.Dossier
OperatieOperatie.Omschrijving
ProfielProfiel
Prognostische factorenPrognostischeFactoren.Omschrijving
Status dossierstatus.dossier
Therapeuten die uit dienst zijn kunnen gefilterd worden (0 zijn alle collega's die niet uit dienst zijn, 1 zijn alle collega's die wel uit dienst zijn). Let op, dit is gebaseerd op wat momenteel in FysioOne is vastgelegd bij de gebruikers. Dit wijzigt niet mee als het tijdspad wordt aangepast.UitDienst
Dossier nummer FysioOneEpisodeId
VerwijzersVerwijzernaam
ZorgplanZorgplan
WeekWeekafspraak

1.6 Betekenis veel voorkomende dimensies en metingen 

Om de data helder te kunnen analyseren is bepaalde achtergrondkennis van dimensies, metingen en filters vereist. Data die gevisualiseerd wordt binnen SpotOnMedics Clinical Intelligence toont data die gerelateerd is aan de trajectgegevens binnen FysioOne. Dit houdt in dat de administratie binnen de dossiers leidend is voor de visualisatie in Clinical Intelligence. Om goed voor ogen te hebben welke administraties in FysioOne worden meegenomen naar Clinical Intelligence zijn de volgende tabellen opgesteld.

Betekenis dimensies

DimensiesBetekenis
GeslachtGeslacht wordt onderverdeeld op basis van 2 groepen, namelijk: man; vrouw.
LeeftijdscategorieLeeftijd wordt onderverdeeld op basis van 5 groepen, namelijk: 0-17; 18-44; 45-64; 65-74; 75 en ouder. Leeftijd is van invloed op het aantal behandelingen dat nodig is om te herstellen.
HoofddiagnosegroepHoofddiagnosegroepen weergeven de hoofddiagnose pathologie klassen o.b.v. het derde cijfer van de medische diagnosecode/DCSPH. Om te voorkomen dat zorg met uiteenlopende complexiteit met elkaar vergeleken wordt, wordt gecorrigeerd op hoofddiagnose. Een verzekerde met meerdere indicaties in verschillende hoofd pathologie groepen komt meerdere keren voor. De hoofddiagnosegroepen zijn onderverdeeld als volgt: 00-09; 10-19; 20-28; 31-39;40-48; 50-56; 60-69; 70-79; 80-89; 90-99.
VerzekeringsgrondslagDe mate waarin patiënten vanuit de aanvullende verzekering of Bijlage 1 van het Besluit zorgverzekering aanspraak maken op de vergoeding voor fysiotherapie wordt vastgelegd in de verzekeringsgrondslag. De aanspraak heeft invloed op het aantal te verwachten behandelingen. De 3 verschillende groepen zijn als volgt: 1) Bijlage 1 bij art. 2.6 Besluit zorgverzekering (BZV): CSI-codes 001, 008 en 011. 2) Niet Bijlage 1 BZV - AV laag: CSI 003, 009, 010 i.c.m. <12 of 12 behandelingen in AV pakket. 3) Niet Bijlage 1 BZV - AV hoog: CSI 003, 009, 010 i.c.m. >12 behandelingen in AV pakket en CSI 004 en 005.
Patiënten kunnen zowel een declaratie hebben in de Bzv als in AV laag als hoog. Deze patiënten worden dan voor de ene declaratie in Bijlage 1 Bzv en voor de andere declaratie in een AV-klasse ingedeeld. Bijvoorbeeld: een patiënt die zowel een behandeling met CSI code 009 als behandeling met een CSI code 001 komt dan tweemaal voor in het bronbestand.
Indien de indeling van de patiënten in mandjes bij Vektis (ENO en Zorg & Zekerheid) plaatsvindt, wordt de verzekeringsgrondslag afgeleid van de AV-pakketten die door Vecozo zijn aangeleverd en het aantal verzekerde zittingen per AV-pakket zoals door Zorgweb aangeleverd. De resultaten hiervan zijn gecontroleerd door de individuele verzekeraars. De overige verzekeraars leveren per patiënt de verzekeringsgrondslag aan.
Het is niet mogelijk om bij één verzekeraar in beide AV-klassen te zijn ingedeeld. Indien een patiënt meerdere AV-pakketten heeft, is per verzekeraar vastgesteld hoe zij in hun beleid hiermee omgaan. Op basis daarvan zijn de verzekerde zittingen ofwel gesommeerd, ofwel is het maximum genomen ofwel is het laatst bekende AV-pakket gehanteerd.
Sociaal economische statusDe sociaal economische status (SES-score) wordt bepaald op basis van postcode niveau en wordt en de groepen laag (30%); midden (40%) en hoog (30%) ingedeeld. Verschillen in sociaaleconomische status kunnen invloed hebben op de zelfredzaamheid en gezond gedrag. De bandbreedte is op drie niveaus verdeeld op basis van een procentuele verdeling van de SES scores. De sociaal economische status wordt toegekend op basis van de postcode van het woonadres. Per postcode is een Sociaal Economische Status gekoppeld. De bron voor de indeling van postcodes in SES laag, midden of hoog betreft SCP-gegevens over 2016.

Betekenis metingen

MetingenBetekenis
Aantal patiëntenHet aantal unieke patiënt id's.
Aantal therapeutenHet aantal unieke therapeut id's.
BehandelgemiddeldeHet aantal unieke agenda id’s gedeeld door het aantal unieke patiënt id's.
Gemiddeld tariefHet gemiddelde toegepaste tarief.
KlinimetrieverbeteringDe klinimetrieverbetering geeft het verschil aan tussen de begin en de eindmeting. Belangrijk om te vermelden is dat deze meting alleen metingen meeneemt waar zowel een begin als een eindmeting heeft plaatsgevonden.
Omzet per patiëntDe omzet per patiënt geeft het gemiddelde toegepaste tarief aan per patiënt.
SpotOnMedics Clinical IntelligenceFysioOne
Jaar/ kwartaal/ maandZittingsdatum in de agenda.
TherapeutHoofdbehandelaar binnen het dossier.
VerwijzersDe relaties (vanuit het adresboek) die gekoppeld is aan het dossier.
VerzekeraarDe polisgegevens zijn gekoppeld aan het traject.
Zorgplan/ profiel/ categorieHet gekozen zorgplan/ profiel/ categorie wordt gekozen binnen het dossier.
DiagnosecodeDe diagnosecode wordt ingevuld in het dossier.
IndicatieDe CSI code wordt ingevuld in het dossier.
RecidiefRecidief wordt geregistreerd in het dossier bij aanmelding.
DTF/ verwijzerType binnenkomst wat geregistreerd wordt in het dossier bij aanmelding.
UitdienstIn de configuratie van FysioOne kan bij gebruikers aangegeven worden of een medewerker in of uit dienst is. Let op! Dit wordt geregistreerd op basis van de huidige status. Dit betekent dat Clinical Intelligence enkel de huidige status kan tonen.
LocatieDe locatie wordt gekoppeld aan de agenda.

1.7 Wat zijn bladwijzers en waar kan ik bladwijzers vinden?

Als u gegevens analyseert, komt u mogelijk iets interessants tegen dat u later weer wilt bekijken of dat u met anderen wilt delen. Met bladwijzers kunt u een bepaalde selectiestatus op een werkblad gemakkelijk bijhouden

Hoe werkt dit? Maak gebruik van de grafieken/tabellen en filters tot de gewenste visualisatie gerealiseerd is. Klik rechtsboven in het scherm op het volgende icoon: . U bevindt zich nu in het overzicht van de bladwijzers. Klik op “nieuwe bladwijzer maken” en geef de bladwijzer een titel en een beschrijving. Met behulp van de titel kunt u snel de juiste bladwijzer terugvinden in het overzicht met alle bladwijzers. Het tekstveld voor de beschrijving biedt de mogelijkheid om een uitgebreidere uitleg te geven aan de bladwijzer. Druk op enter en de bladwijzer is opgeslagen. Wilt u de titel of beschrijving wijzigen? Sleep dan de muis boven de titel en klik op  aan de rechterkant van de titel. Er verschijnt vervolgens een potlood in beeld. Klik op het potlood en voer de wijzigingen door. Wilt u de bladwijzer niet wijzigen maar verwijderen? Klik dan op het potlood en vervolgens op de prullenbak.

Uw bladwijzer terugvinden kan op eenvoudige wijze door het gehele dashboard heen. Klik op  en vervolgens op de titel van de gewenste bladwijzer. Het dashboard past zich direct aan naar de opgeslagen selecties binnen de bladwijzer.

1.8 Hoe kan ik bladwijzers delen?

Het is mogelijk om vanuit het hoofdaccount bladwijzers te delen met andere binnen de praktijk. Hiervoor ga je in het HOOFDaccount (vaak de contracthouder) naar ‘Bladwijzers’. Je klikt met de rechtermuisknop op de desbetreffende bladwijzer die je wilt delen en klikt op ‘Publiceren’. De bladwijzer wordt binnen de praktijk dan met iedereen die dat dashboard kan zien gedeeld. Zie je geen ‘publiceren’ staan dan betekent dit dat het dashboard niet met andere binnen de praktijk gedeeld is en daardoor ook niet te publiceren is.

1.9 Bladwijzer publiceren

Wanneer je zelf een bladwijzer aanmaakt, dan vind je deze terug onder “Mijn bladwijzers”. Deze bladwijzer kan je delen met andere gebruikers binnen de praktijk die meegenomen zijn in de stream van het desbetreffende dashboard. Wanneer je de bladwijzer deelt dan wordt deze zichtbaar op alle accounts die het dashboard in mogen zien binnen de praktijk.

Hoe publiceer je een bladwijzer?
Ga naar de bladwijzers en ga met de rechter muisknop op de bladwijzer staan die je wilt publiceren. Je ziet dan de optie “publiceren” daarbij staan. Daar klik je op. Op dat moment is de bladwijzer voor iedereen te zien die de rechten heeft om dat dashboard te bekijken.

*Let op, Alleen de bladwijzers die op jouw account zijn aangemaakt zijn te publiceren*

1.10 Bladwijzer verwijderen

Er zijn 3 soorten bladwijzers: “openbare bladwijzers“, “mijn bladwijzers” en “door mij gepubliceerde bladwijzers.”

– Openbare bladwijzers zijn gemaakt voordat er een stream was. Deze zijn alleen te verwijderen door SpotOnMedics.**
– Mijn bladwijzers: Deze kan je zelf verwijderen. Je gaat met de rechter muisknop op de bladwijzer staan en je klikt op “verwijderen”
– Door mij gepubliceerde bladwijzers: Deze zijn te verwijderen nadat je de publicatie hebt teruggetrokken. Dit doe je eerst en daarna kan je ze verwijderen op de manieren zoals hierboven beschreven.

**Mocht je deze willen verwijderen? Laat dit ons weten door middel van een ticket op Freshdesk met de volgende informatie: Naam Dashboard, Naam bladwijzer en datum waarop de bladwijzer is aangemaakt.

1.11 Hoe exporteer ik data en visualisaties?

Naast bladwijzers zijn er meerdere mogelijkheden om interessante visualisaties te bewaren. Zo kan data uit grafieken en tabellen geëxporteerd worden naar Excel. Naast de ruwe data kunnen visualisaties ook los geëxporteerd worden als afbeelding (JPEG of PNG) of als PDF. Zodoende kunt u ook gebruik maken van visualisaties die u later wilt toelichten in een powerpointpresentatie zonder SpotOnMedics Intelligence hiervoor te openen. Door te klikken op uw rechtermuisknop kunt u kiezen om data van een bepaalde visualisatie te exporteren als losse data, afbeelding of PDF.

Het hele werkblad exporteren als afbeelding of PDF? Klik dan links bovenin het werkveld op en exporteer het gewenste werkblad naar PDF.

Visualisatie Exporteren als afbeelding

  1. Klik met de rechtermuisknop op de visualisatie die u wilt exporteren.
  2. Selecteer in het snelmenu de optie Exporteren als afbeelding.
    Het dialoogvenster Afbeeldingsinstellingen wordt weergegeven.
  3. Selecteer Huidig om de bestaande opties te kiezen of wijzig uw opties door Aangepast te kiezen.a.
    • Als u Huidig selecteert, worden de breedte en hoogte van het oorspronkelijke diagram en de schermresolutie in dpi weergegeven. U kunt voor de uitvoerindeling kiezen tussen .png en .jpeg via de vervolgkeuzelijst Bestandstype.
    • U kunt de afmetingen en de resolutie van de geëxporteerde afbeelding aanpassen door op de optie Aangepast te klikken.
      U kunt een nieuwe afbeeldingsbreedte of -hoogte instellen door op + of – te klikken om de breedte of hoogte respectievelijk te vergroten of te verkleinen. U kunt ook een exacte waarde typen. De minimumwaarde is 8 pixels, de maximumwaarde is 2.000 pixels.
    • Opmerking: Een te exporteren afbeelding mag maximaal 2.000 bij 2.000 pixels groot zijn. Als blijkt dat de exportafbeelding groter is, moet u de grootte aanpassen in Aangepast.
    • Opmerking: U kunt de hoogte/breedteverhouding behouden door resp. Breedte (pixels) en Hoogte (pixels) in te stellen.
    • U kunt een nieuwe afbeeldingsresolutie instellen door op + of – aan de zijkanten van Resolutie (dots per inch) te klikken om de resolutie respectievelijk te verhogen of te verlagen. U kunt ook een exacte waarde typen. De minimumwaarde is 72 dpi, de maximumwaarde is 300 dpi.
  4. Klik op Exporteren om het maken van de afbeelding te starten.

Visualisatie exporteren naar PDF

  1. Selecteer in het snelmenu de optie Exporteren naar PDF.
    Het dialoogvenster PDF-instellingen wordt weergegeven.
  2. Selecteer het Papierformaat door in de desbetreffende vervolgkeuzelijst te bladeren en op het geselecteerde formaat te klikken.
  3. U kunt de optie Resolutie (dots per inch) een hogere of lagere waarde geven door op + of – te klikken. U kunt ook een exacte waarde typen. De minimumwaarde is 72 dpi, de maximumwaarde is 300 dpi.
  4. Kies de Richting door op de knop Staand of Liggend te klikken.
  5. Met de Opties voor hoogte/breedteverhouding kunt u het volgende selecteren:
    • Huidig formaat behouden om de visualisatie in de PDF in te voegen zonder het formaat te wijzigen. Als de resulterende PDF kleiner is dan de visualisatie wordt deze bijgesneden.
    • Passend op pagina, zonder behoud van hoogte/breedteverhoudingverandert de hoogte en breedte van de visualisatie zodat de hele pagina wordt gevuld. De hoogte/breedteverhouding verandert dienovereenkomstig.
  6. Klik op Exporteren om het maken van de afbeelding te starten.

1.12 Maak uw eigen presentaties in SpotOnMedics Intelligence.

U kunt presentaties openen vanuit het app-overzicht of de werkbladweergave door te klikken op en vervolgens op een presentatie te klikken. In de presentatieweergave kunt u het volgende doen:

  • Presentaties samenstellen om inzichten en ideeën te presenteren op basis van uw gegevensontdekkingen.
  • Een presentatie afspelen zoals deze zou worden gepresenteerd aan een publiek.

Inzichten voor presentaties verzamelen via snapshots
Voor een compleet beeld van uw app moet u over een manier beschikken om de inzichten te verzamelen die u tegenkomt. Hiervoor kunt u statische snapshots van uw visualisaties maken.

Een snapshot is een grafische voorstelling van de toestand (type en gegevens) van een gegevensobject op een bepaald punt in de tijd. U kunt snapshots gebruiken bij het maken van een presentatie. De snapshot die u maakt is een kopie van de toestand. Dit betekent dat de snapshot niet verandert wanneer het bijbehorende gegevensobject wordt bijgewerkt.

Als u een snapshot maakt, kunt u hier een opmerking aan toevoegen. Met behulp van opmerkingen kunt u bij het bouwen van een presentatie de verschillende snapshots in de snapshot-bibliotheek beter van elkaar onderscheiden. De opmerking is niet zichtbaar bij het afspelen van de presentatie.

Nadat u snapshots van een specifieke visualisatie hebt gemaakt, kunt u de snapshot-bibliotheek openen via het snelmenu van de visualisatie. Hier kunt u vervolgens beslissen welke snapshots u wilt bewaren en gebruiken in uw presentaties. U kunt ook de aantekening bewerken en de snapshots verwijderen.

Een snapshot maken

  1. Beweeg in de werkbladweergave met de muisaanwijzer over de visualisatie waarvan u een snapshot wilt maken.
  2. Zodra u de muiswijzer boven de visualisatie plaatst verschijnen er verschillende symbolen boven de grafiek: . Klik opom een snapshot te maken. Typ vervolgens een beschrijving waaraan u de snapshot in de snapshot-bibliotheek kunt herkennen.

Let op! Om te voorkomen dat sommige data buiten de foto valt is het van belang om de grafiek te vergroten voordat u de snapshot maakt. Vergroot de grafiek door op   te klikken.

Vervolgens kunt u naar uw eigen presentaties gaan door boven in de werkbalk op “presenatie” te klikken. Klik op presentatie maken en geef de nieuwe presentatie een titel.

 

1.13 Presentatie bewerken

Bij het openen van de nieuwe presentatie komt u in het werkveld “mijn presentaties” terecht.

U stelt presentaties samen aan de hand van snapshots van uw visualisaties. U kunt verschillende soorten visuele effecten en inhoud zoals tekst, vormen, afbeeldingen en effecten toevoegen om de presentaties er beter te laten uitzien.

Hulpmiddelen en bibliotheken:
Aan de rechterzijde vindt u een verzameling hulpmiddelen en bibliotheken om te helpen bij het samenstellen en verfraaien van uw presentatie. De gemaakte snapshots vindt u terug onder het fototoestel rechts in de werkbalk. Een snapshot kan in het werkblad geplaatst worden door een snapshot te selecteren en naar het werkveld te slepen.

Bij elke snapshot die u in uw werkveld sleept heeft u diverse snapshotopties bij de volgende icoons. Met kunt u de snapshot vergrendelen. In dit geval zal de snapshot met behoud van hoogte/ breedteverhouding wijzigen zodra u de snapshot vergroot of verkleint. Wilt u dit niet dan ontgrendeld u eerst de snapshot waardoor elke grootte en progressieve* weergave mogelijk is.

* Progressieve weergave betekent het volgende: als een visualisatie (of ontgrendeld snapshot) groter wordt gemaakt, wordt de informatie progressief weergegeven. Als een visualisatie (of ontgrendelde snapshot) kleiner wordt gemaakt, wordt er minder informatie weergegeven. Hierdoor kunt u zich concentreren op de essentiële informatie en voorkomt u dat de visualisatie te druk wordt met te veel informatie in een te kleine ruimte.

In de werkbalk bevinden zich meer tools waar gebruik van gemaakt kan worden. Denk hierbij aan tekstobjecten ,   vormenbibiliotheek , mediaobjecten , effectenbibliotheek live-gegevens .

Tekstobjecten
Het presentatiehulpmiddel Tekstobjecten bevat verschillende tekststijlen. U voegt een tekstobject toe aan een presentatiedia door een van de tekststijlen naar een dia te slepen.

Titel
U kunt de tekengrootte wijzigen door de grootte van het tekstobject aan te passen.
Dubbelklik op het tekstobject of klik op het tekstobject en klik op   om het volgende in te schakelen:

    • De tekenkleur wijzigen
    • De tekenstijl wijzigen
    • Een koppeling maken naar een bladwijzer of een webadres

Alinea
Als u een groot aantal tekens invoert (maximaal 12.000) wordt een schuifbalk ter beschikking gesteld.
Dubbelklik op het tekstobject of klik op het tekstobject en klik op om het volgende in te schakelen:

    • De kleur wijzigen
    • De tekengrootte
    • De tekenstijl wijzigen
    • De uitlijning van de tekst wijzigen
    • Een koppeling maken naar een bladwijzer of een webadres

Vormenbibliotheek

De vormenbibliotheek bevat een aantal vormen, zoals rechthoeken en cirkels, die u kunt gebruiken in de dia’s van uw presentaties. U voegt een vorm toe aan een dia door een van de vormen naar een dia te slepen.

Effectenbibliotheek

De effectenbibliotheek bevat een lijst met verschillende visuele effecten die u op uw snapshots kunt toepassen. U past een effect op een snapshot toe door een van de effecten naar een snapshot te slepen.

  • Hoogste waarde
    U kunt de hoogste waarde laten opvallen door een label toe te voegen aan de hoogste waarde en de andere waarden grijs weer te geven. Bij visualisaties met gegroepeerde waarden wordt de hoogste waarde in elke groep gemarkeerd.
  • Laagste waarde
    U kunt de laagste waarde laten opvallen door een label toe te voegen aan de laagste waarde en de andere waarden grijs weer te geven. Bij visualisaties met gegroepeerde waarden wordt de laagste waarde in elke groep gemarkeerd.
  • Willekeurige waarde
    Voor visualisaties met een enkele dimensie en meting kunt u een handmatig geselecteerde waarde laten opvallen. De waarde wordt gemarkeerd door een label toe te voegen en de andere waarden grijs weer te geven.

    Bij visualisaties met gegroepeerde waarden kunt u ervoor kiezen een meting of een dimensie te markeren. De geselecteerde meting of dimensie wordt gemarkeerd in alle groepen waarin deze voorkomt.

U kunt extra nadruk leggen op uw inzichten om ze te verduidelijken en boeiend te maken voor uw doelgroep. U doet dit door effecten toe te voegen aan uw snapshots om de aandacht te vestigen op bepaalde gegevenspunten en tegelijkertijd informatie te onderdrukken die mogelijk niet relevant is. Op deze manier helpen de effecten u de overmaat aan informatie voor uw doelgroep te beperken, zodat zij zich kunnen richten op de belangrijkste inzichten die u aan hen wilt voorleggen.

In deze sectie vindt u onderwerpen waarmee u leert uw inzichten te benadrukken, bijvoorbeeld hoe u verschillende effecten kunt toepassen op een snapshot en gegevenspunten kunt markeren in een snapshot.

Een andere manier om de nadruk te leggen op een inzicht en een overmaat aan informatie te vermijden is het verbergen van informatie. Zo kunt u bijvoorbeeld het uiterlijk van een snapshot wijzigen zodat elementen zoals titels, assen, gegevenspuntlijnen, voetnoten, legenda’s enzovoort, verborgen zijn. Ontgrendel hiervoor de snapshot en bewerk de snapshot met het volgende icoon.

Een werkblad met live-gegevens toevoegen aan een dia

Het is mogelijk om werkbladen met live-gegevens aan een presentatiedia toe te voegen. Wanneer u een werkblad met live-gegevens aan een presentatiedia toevoegt, worden de huidige selecties van de app voor het geselecteerde werkblad opgeslagen. Telkens wanneer een werkblad met live-gegevens in een presentatie wordt bekeken, worden deze selecties toegepast.

Doe het volgende:

  1. Klik in de presentatieweergave op  in het venster met presentatiehulpmiddelen.
    Er wordt een dialoogvenster geopend.
  2. Klik op het werkblad dat u in de presentatie wilt gebruiken.

Het werkblad met live-gegevens wordt aan een nieuwe dia toegevoegd.

1.14 Presentatie bewerken Extra tips en tricks

Bladwijzers toevoegen aan dia’s

Via de werkbalk voor tekstopmaak is er een koppelingsoptie waarmee u bladwijzers kunt toevoegen binnen in een tekstobject.

Doe het volgende:

  1. Dubbelklik in de presentatieweergave op het tekstobject waaraan u de bladwijzer wilt toevoegen.
    De werkbalk voor tekstopmaak wordt weergegeven.
  2. Selecteer de tekstalinea die u wilt gebruiken als een bladwijzer.
  3. Klik op .
    Er wordt een dialoogvenster geopend.
  4. Klik rechts op Bladwijzers en selecteer een bladwijzer in de lijst.
  5. Klik buiten de tekst.

De bladwijzer wordt toegevoegd.

Koppelingen toevoegen aan dia’s

De werkbalk voor tekstopmaak bevat een optie om een koppeling toe te voegen binnen in een tekstobject.

Koppelingen toevoegen

De werkbalk voor tekstopmaak bevat een optie om een koppeling toe te voegen binnen in een tekstobject. U kunt een tekst alinea markeren en gebruiken voor een koppeling.

Doe het volgende:

  1. Dubbelklik in de presentatieweergave op het tekstobject waaraan u de koppeling wilt toevoegen.
    De werkbalk voor tekstopmaak wordt weergegeven.
  2. Selecteer de tekstalinea die u wilt gebruiken voor de koppeling.
  3. Klik op .
    Er wordt een dialoogvenster voor koppelingen geopend.
  4. Typ in het veld Koppelen met het webadres waarvoor u de koppeling wilt toevoegen.

1.15 Geef uw eigen presentatie in SpotOnMedics Intelligence

Tijdens het samenstellen van uw presentatie kunt u bekijken hoe deze eruitziet en zich gedraagt bij weergave aan een publiek door de presentatie af te spelen. Het volledige browservenster wordt gebruikt. U kunt zien hoe uw snapshots, werkbladen met live-gegevens, teksten, vormen en visuele effecten eruitzien.

Bij vragen uit het publiek hebt u rechtstreeks toegang tot de live-gegevens van uw snapshots en uw live-gegevenswerkbladen. Op deze manier kunt u verborgen inzichten ontdekken en uw presentatie een andere kant op sturen.