Om te kunnen declareren met Zorgtopics moet het juiste contract worden ge–upload in HCI SpotOnMedics.
Let op: Op dit moment zijn de Zorgtopics contracten nog niet beschikbaar. U kunt deze stap dus later uitvoeren. Tot de contracten zijn gekoppeld, blijven de tarieven in het traject op 0 euro staan.
Zo koppelt u straks het juiste contract:
U ziet dat het contract gekoppeld is als deze onderaan bij de geselecteerde contracten verschijnt.

Herhaal deze stap voor alle zorgverzekeraars waarmee u een contract heeft voor Zorgproducten.
In HCI SpotOnMedics hebben we de prestatiecodes voor Zorgtopics alvast voor u klaargezet. Deze codes beginnen allemaal met 950. Voor elk profiel en elke regio is er een aparte code: een startcode, een behandelcode, een eindcode en een recidief-eindcode. U heeft deze codes nodig om Zorgtopics correct te registreren en te declareren. De prestatiecodes moet u nog aanpassen, zodat ze goed werken voor uw praktijk.
We hebben de prestatiecodes alvast voor u klaargezet in HCI SpotOnMedics. U vindt deze eenvoudig door te gaan naar Configuratie > Declareren > Prestatiecodes en in de zoekbalk te zoeken op “950”.

U hoeft alleen het volgende te doen:
In de volgende hoofdstukken leggen we stap voor stap uit hoe dit werkt.
De volgende instellingen zijn belangrijk:

Optionele instellingen:
Deze instellingen zijn niet verplicht; u kunt zelf bepalen of u ze als praktijk wilt gebruiken.

Als u deze instellingen heeft aangepast bij alle 950-codes, kunt u ze inplannen en gebruiken. De tarieven worden pas zichtbaar zodra het contract gekoppeld is.
De categorie heeft een belangrijke functie in de automatische flow. Het activeert de klinimetrie-preset (een set vragenlijsten die afgenomen moeten worden) en zorgt ervoor dat u alleen de zorgplannen kunt selecteren die aan de categorie zijn gekoppeld.
Controleer of activeer de juiste categorieën als volgt:
Het profiel activeert u in de anamnesekaart en is onderdeel van de automatische flow. Het zet automatisch de juiste diagnosecode en het juiste zorgplan klaar.
Controleer of activeer de juiste profielen als volgt:
In het zorgplan staan alle acties die tijdens de behandeling uitgevoerd moeten worden, zoals het afnemen van klinimetrie en het maken van rapportages. Het zorgplan is daarnaast belangrijk voor de export van gegevens. Het zorgplan wordt automatisch klaargezet via het profiel, maar u kunt het altijd aanpassen bij het behandelplan in het dossier.
Tip: Bij configuratie > Algemeen > Omgevingsinstellingen vindt u de instelling “Plannen tonen obv geselecteerde categorie”. Als u deze functie inschakelt, ziet u alleen de zorgplannen die horen bij de geselecteerde categorie.
Het is om meerdere redenen belangrijk dat afspraken op de juiste manier in de agenda worden ingevoerd, bijvoorbeeld voor het agendabeheer, het maken van exports en het verwerken van declaraties. Zo verloopt de afhandeling correct en voorkomen we extra werk door achteraf aanpassingen te moeten doen. Daarom is ‘first time right’ hier erg belangrijk.
Wanneer een patiënt voor de eerste keer komt en voldoet aan de voorwaarden voor Zorgtopics, start het Zorgtopics-traject. In de onderstaande flowchart wordt uitgelegd hoe je deze registratie correct in de agenda uitvoert.
Let op: Als er geen behandelcodes worden geregistreerd, kan de eindcode niet worden goedgekeurd door de zorgverzekeraar. Er moet dus minimaal 1 behandelcode en een eindcode worden geregistreerd.

Om ervoor te zorgen dat de data correct wordt geëxporteerd naar Zorgtopics en u de juiste inzichten krijgt in het Zorgtopics Dashboard, gebruiken we een startcode. Deze startcode heeft dezelfde declaratie onder code als een tussenliggende behandeling, maar maakt het mogelijk de start van het traject te onderscheiden van de behandelcode. Op die manier krijgt u beter inzicht in het verloop van het Zorgtopics-traject.
Het registreren van zowel de behandelcode als de eindcode is belangrijk voor een juiste declaratie naar de zorgverzekeraar. In het hoofdstuk over declareren vindt u hier meer informatie over terug.
Als het Zorgtopics-traject is afgesloten en de patiënt, binnen de garantieperiode, terugkomt met dezelfde klachten, dan is er sprake van een recidief. In dat geval geldt de recidief-procedure. In de onderstaande flowchart wordt uitgelegd hoe je deze registratie correct in de agenda uitvoert.
Let op: Er kan meerdere keren sprake zijn van een recidief. Dit gebeurt wanneer een patiënt herhaaldelijk klachtenvrij is verklaard (en het behandeltraject wordt afgesloten), maar binnen de garantieperiode toch weer terugkeert met dezelfde klachten. Iedere keer dat dit gebeurt, wordt de recidief-procedure opnieuw toegepast, volgens onderstaande flow. Dus met een nieuwe behandelcodes en een nieuwe eindcode
En, als er geen behandelcodes worden geregistreerd, kan de eindcode niet worden goedgekeurd door de zorgverzekeraar. Er moet dus minimaal 1 behandelcode en 1 recidief eindcode worden gedeclareerd.

Om te voldoen aan de eisen voor verslaglegging én om ervoor te zorgen dat de juiste stappen zijn gevolgd zodat de correcte data naar Zorgtopics geëxporteerd kan worden, volgt u de automatische flow zoals hieronder beschreven.

Daarnaast moet de verslaglegging voldoen aan de eisen van de KNGF-richtlijn. Vul hiervoor de gele velden in.
Om te voldoen aan de eisen van LDF en / of LDK dienen naast de verplichte velden ook de velden met ** ingevuld worden.
Het is belangrijk dat in het dossier bij het behandelplan toestemming is vastgelegd voor het delen van gegevens met ZorgTopics. Zonder deze toestemming worden de gegevens niet opgenomen in de exporttabel.
Binnen de GDS heet Zorgtopics een zorgproduct. Declaratie vindt plaats aan het einde van het behandeltraject, door bij afsluiting een afspraak met eindcode in de agenda te zetten. Deze eindcode bevat het volledige declaratiebedrag van het gehele traject. Om vergoeding te krijgen, moeten alle uitgevoerde behandelingen als informatie worden meegestuurd. Correct geregistreerde en verzonden behandelingen worden automatisch aan de declaratie toegevoegd en naar de verzekeraar gestuurd. Bij herhaalde klachten binnen de garantietermijn (recidief traject) registreer je opnieuw tussenliggende behandelingen en gebruik je bij afsluiting de recidief-eindcode, die deze behandelingen meeneemt in de declaratie.

Voor het op de juiste wijze declareren van het Zorgtopics traject is het belangrijk dat de juiste codes in de agenda zijn genoteerd. Hierover hebben we meer uitgelegd in hoofdstuk 2.
Behandelcode:
De behandelcode wordt “ter informatie” meegestuurd naar de zorgverzekeraar wanneer de eindcode wordt gedeclareerd. U kunt de behandelingen gewoon boeken en declareren. De declaratiemodule houdt de behandelingen vast totdat u de eindcode declareert. In het tabblad traject wordt de behandeling dan lichtgrijs weergegeven en als u met de muis over het i-icoon gaat, ziet u de melding “is zorgproduct” verschijnen
Eindcode:
Om het Zorgtopics-traject te kunnen declareren en het eindbedrag te ontvangen, dient u een eindcode in de agenda te plaatsen. Deze eindcodes zijn al beschikbaar in de configuratie en door u geactiveerd.
Het is een eis binnen de GDS-declaratiestandaard dat de eindcode als apart element wordt aangeleverd en niet als behandelcode. Dit is belangrijk voor een correcte verwerking door zorgverzekeraars en sluit aan bij de berichtstructuur in de GDS waar de losse elementen duidelijk gespecificeerd moeten worden.
Zie hiervoor de link naar de GDS specificaties van Vektis: https://www.vektis.nl/standaardisatie/standaarden/GDS801-2.0/download/Productfinanciering_werkwijze_FT_GDS_v1.0_u9.pdf
Startcode:
Zoals eerder gemeld is de startcode belangrijk voor de registratie. Voor zowel de export naar Zorgtopics als inzicht via het Zorgtopics Dashboard. Aan de startcode is, via de functie declareren onder, een behandelcode gekoppeld. Net zoals hierboven bij de behandelcode beschreven wordt deze ter informatie aangeboden aan de zorgverzekeraar
Wanneer een patiënt binnen de garantietermijn na behandeling terugkomt met dezelfde klachten, start er een recidief traject. De behandelingen binnen dit recidief traject moeten ook worden ingediend bij de zorgverzekeraar. Aan declareren van de recidief eindcode is geen vergoeding gekoppeld; het declareren is dus administratief verplicht, maar levert geen extra uitbetaling op
Behandelcode:
Net zoals in de behandelfase worden afspraken geregistreerd met de behandelcode als prestatiecode. De behandelcode wordt “ter informatie” meegestuurd naar de zorgverzekeraar wanneer u de eindcode declareert. U kunt de behandelingen gewoon boeken en declareren. De declaratiemodule houdt de behandelingen vast totdat u de eindcode declareert. In het tabblad traject worden deze behandelingen lichtgrijs weergegeven, en wanneer u met de muis over het i-icoon gaat, ziet u de melding “is zorgproduct” verschijnen. Deze werkwijze komt overeen met de actuele instructies binnen Zorgtopics en sluit aan op de eisen van de declaratieflow voor zorgverzekeraars.
Eindcode:
Om het Zorgtopics-traject te kunnen declareren en het eindbedrag te ontvangen, dient u een recifief eindcode in de agenda te plaatsen. Dit is een andere code dan de eindcode voor de behandelfase. Deze recidief eindcodes zijn al beschikbaar in de configuratie en door u geactiveerd.
Het is een eis binnen de GDS-declaratiestandaard dat de recidief eindcode als apart element wordt aangeleverd en niet als behandelcode. Dit is belangrijk voor een correcte verwerking door zorgverzekeraars en sluit aan bij de berichtstructuur in de GDS waar de losse elementen duidelijk gespecificeerd moeten worden.
Zie hiervoor de link naar de GDS specificaties van Vektis: https://www.vektis.nl/standaardisatie/standaarden/GDS801-2.0/download/Productfinanciering_werkwijze_FT_GDS_v1.0_u9.pdf
Startcode
Bij een recidief traject worden er geen startcodes geregistreerd.
Een afgerond Zorgtopics traject ziet er als volgt uit:

Hieronder beschrijven we hoe de registratie en declaratie van Zorgproducten bij de jaarovergang moet worden toegepast bij de verschillende zorgverzekeraars.
Sinds de nieuwe GDS worden de zittingen toegerekend aan het jaar waarin de behandeling daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. De declaratie van het traject gebeurt aan het einde van het traject, het aantal zittingen per jaar wordt ter informatie meegestuurd. Hierdoor kan een productfinancieringstraject doorlopen in 2026 en de kosten van de zittingen op de aanvullende verzekering van de patiënt worden geboekt in het jaar waarin de zittingen zijn gevolgd.
Menzis hanteert per zorgproduct een vast aantal zittingen. Deze zittingen worden in rekening gebracht in het jaar waarin het zorgproduct is gestart. Het zorgproduct kan doorlopen in 2026, maar de kosten voor de zittingen worden in 2025 afgeboekt van de aanvullende verzekering.
Als de patiënt in 2025 niet voldoende aanvullend verzekerd is voor het aantal zittingen dat bij het profiel hoort, dan wordt het zorgtraject gedeclareerd als reguliere fysiotherapie.
Zilveren Kruis stopt per 31-12-2025 met het aanbieden van het zorgproduct. Op 29 september hebben alle praktijken met een addendum zorgplan lage rugpijn onderstaand bericht ontvangen van Zilveren Kruis. Vanaf 2026 declareert u alle nieuwe behandeltrajecten weer volgens de reguliere declaratiemethodiek. Behandeltrajecten die voor 2026 zijn gestart en doorlopen in het nieuwe jaar, kunt u gewoon voortzetten en in 2026 afronden. Een zorgproduct kan dus wel afgerond worden in 2026, maar niet worden gestart in 2026.
Een zorgproduct is een specifieke afspraak tussen de zorgaanbieder en de zorgverzekeraar. Wanneer een patiënt van zorgverzekeraar wisselt, kan het zorgproduct niet worden toegepast. In dat geval wordt het traject gedeclareerd als reguliere fysiotherapie.
Een zorgproduct is een specifieke afspraak tussen de zorgaanbieder en de zorgverzekeraar. Wanneer een patiënt van zorgverzekeraar wisselt, kan het zorgproduct niet worden toegepast. In dat geval wordt het traject gedeclareerd als reguliere fysiotherapie
Voor de jaarovergang naar 2026 zijn er geen wijzigingen gepland in het Zorgtopics Dashboard
Indien u vragen heeft over het Zorgtopics dashboard, kunt u deze vragen stellen door middel van een ticket in ons ticketsysteem. Onze collega’s van Intelligence zullen u dan verder helpen.
Met de invoering van de GDS declaratiestandaard op 1 januari 2025 is er veel veranderd in het declareren van zorgproducten. In deze handleiding leggen we uit hoe u HCI SpotOnMedics op de juiste manier instelt voor een correcte registratie en declaratie van zorgproducten (Zorgtopics), hoe u afspraken goed vastlegt en hoe u behandelingen juist declareert.
Wat vindt u in deze handleiding?
Officiële documentatie van Vektis.
De officiële richtlijnen voor het declareren van Zorgproducten volgens de nieuwe standaard vindt u op Vektis.nl.
Factsheet Zorgtopics
Wist u dat er ook een factsheet beschikbaar is omtrent Zorgtopics? Deze kunt u raadplegen via ‘Downloads’ links op deze pagina of via kennisbank > Factsheet > Zorgtopics.
Veranderingen in de handleiding
Wijzigingen in de handleiding zullen hier worden benoemd.
Om te kunnen declareren met Zorgtopics moet het juiste contract worden ge–upload in HCI SpotOnMedics.
Let op: Op dit moment zijn de Zorgtopics contracten nog niet beschikbaar. U kunt deze stap dus later uitvoeren. Tot de contracten zijn gekoppeld, blijven de tarieven in het traject op 0 euro staan.
Zo koppelt u straks het juiste contract:
U ziet dat het contract gekoppeld is als deze onderaan bij de geselecteerde contracten verschijnt.

Herhaal deze stap voor alle zorgverzekeraars waarmee u een contract heeft voor Zorgproducten.
In HCI SpotOnMedics hebben we de prestatiecodes voor Zorgtopics alvast voor u klaargezet. Deze codes beginnen allemaal met 950. Voor elk profiel en elke regio is er een aparte code: een startcode, een behandelcode, een eindcode en een recidief-eindcode. U heeft deze codes nodig om Zorgtopics correct te registreren en te declareren. De prestatiecodes moet u nog aanpassen, zodat ze goed werken voor uw praktijk.
We hebben de prestatiecodes alvast voor u klaargezet in HCI SpotOnMedics. U vindt deze eenvoudig door te gaan naar Configuratie > Declareren > Prestatiecodes en in de zoekbalk te zoeken op “950”.

U hoeft alleen het volgende te doen:
In de volgende hoofdstukken leggen we stap voor stap uit hoe dit werkt.
De volgende instellingen zijn belangrijk:

Optionele instellingen:
Deze instellingen zijn niet verplicht; u kunt zelf bepalen of u ze als praktijk wilt gebruiken.

Als u deze instellingen heeft aangepast bij alle 950-codes, kunt u ze inplannen en gebruiken. De tarieven worden pas zichtbaar zodra het contract gekoppeld is.
De categorie heeft een belangrijke functie in de automatische flow. Het activeert de klinimetrie-preset (een set vragenlijsten die afgenomen moeten worden) en zorgt ervoor dat u alleen de zorgplannen kunt selecteren die aan de categorie zijn gekoppeld.
Controleer of activeer de juiste categorieën als volgt:
Het profiel activeert u in de anamnesekaart en is onderdeel van de automatische flow. Het zet automatisch de juiste diagnosecode en het juiste zorgplan klaar.
Controleer of activeer de juiste profielen als volgt:
In het zorgplan staan alle acties die tijdens de behandeling uitgevoerd moeten worden, zoals het afnemen van klinimetrie en het maken van rapportages. Het zorgplan is daarnaast belangrijk voor de export van gegevens. Het zorgplan wordt automatisch klaargezet via het profiel, maar u kunt het altijd aanpassen bij het behandelplan in het dossier.
Tip: Bij configuratie > Algemeen > Omgevingsinstellingen vindt u de instelling “Plannen tonen obv geselecteerde categorie”. Als u deze functie inschakelt, ziet u alleen de zorgplannen die horen bij de geselecteerde categorie.
Het is om meerdere redenen belangrijk dat afspraken op de juiste manier in de agenda worden ingevoerd, bijvoorbeeld voor het agendabeheer, het maken van exports en het verwerken van declaraties. Zo verloopt de afhandeling correct en voorkomen we extra werk door achteraf aanpassingen te moeten doen. Daarom is ‘first time right’ hier erg belangrijk.
Wanneer een patiënt voor de eerste keer komt en voldoet aan de voorwaarden voor Zorgtopics, start het Zorgtopics-traject. In de onderstaande flowchart wordt uitgelegd hoe je deze registratie correct in de agenda uitvoert.
Let op: Als er geen behandelcodes worden geregistreerd, kan de eindcode niet worden goedgekeurd door de zorgverzekeraar. Er moet dus minimaal 1 behandelcode en een eindcode worden geregistreerd.

Om ervoor te zorgen dat de data correct wordt geëxporteerd naar Zorgtopics en u de juiste inzichten krijgt in het Zorgtopics Dashboard, gebruiken we een startcode. Deze startcode heeft dezelfde declaratie onder code als een tussenliggende behandeling, maar maakt het mogelijk de start van het traject te onderscheiden van de behandelcode. Op die manier krijgt u beter inzicht in het verloop van het Zorgtopics-traject.
Het registreren van zowel de behandelcode als de eindcode is belangrijk voor een juiste declaratie naar de zorgverzekeraar. In het hoofdstuk over declareren vindt u hier meer informatie over terug.
Als het Zorgtopics-traject is afgesloten en de patiënt, binnen de garantieperiode, terugkomt met dezelfde klachten, dan is er sprake van een recidief. In dat geval geldt de recidief-procedure. In de onderstaande flowchart wordt uitgelegd hoe je deze registratie correct in de agenda uitvoert.
Let op: Er kan meerdere keren sprake zijn van een recidief. Dit gebeurt wanneer een patiënt herhaaldelijk klachtenvrij is verklaard (en het behandeltraject wordt afgesloten), maar binnen de garantieperiode toch weer terugkeert met dezelfde klachten. Iedere keer dat dit gebeurt, wordt de recidief-procedure opnieuw toegepast, volgens onderstaande flow. Dus met een nieuwe behandelcodes en een nieuwe eindcode
En, als er geen behandelcodes worden geregistreerd, kan de eindcode niet worden goedgekeurd door de zorgverzekeraar. Er moet dus minimaal 1 behandelcode en 1 recidief eindcode worden gedeclareerd.

Om te voldoen aan de eisen voor verslaglegging én om ervoor te zorgen dat de juiste stappen zijn gevolgd zodat de correcte data naar Zorgtopics geëxporteerd kan worden, volgt u de automatische flow zoals hieronder beschreven.

Daarnaast moet de verslaglegging voldoen aan de eisen van de KNGF-richtlijn. Vul hiervoor de gele velden in.
Om te voldoen aan de eisen van LDF en / of LDK dienen naast de verplichte velden ook de velden met ** ingevuld worden.
Het is belangrijk dat in het dossier bij het behandelplan toestemming is vastgelegd voor het delen van gegevens met ZorgTopics. Zonder deze toestemming worden de gegevens niet opgenomen in de exporttabel.
Binnen de GDS heet Zorgtopics een zorgproduct. Declaratie vindt plaats aan het einde van het behandeltraject, door bij afsluiting een afspraak met eindcode in de agenda te zetten. Deze eindcode bevat het volledige declaratiebedrag van het gehele traject. Om vergoeding te krijgen, moeten alle uitgevoerde behandelingen als informatie worden meegestuurd. Correct geregistreerde en verzonden behandelingen worden automatisch aan de declaratie toegevoegd en naar de verzekeraar gestuurd. Bij herhaalde klachten binnen de garantietermijn (recidief traject) registreer je opnieuw tussenliggende behandelingen en gebruik je bij afsluiting de recidief-eindcode, die deze behandelingen meeneemt in de declaratie.

Voor het op de juiste wijze declareren van het Zorgtopics traject is het belangrijk dat de juiste codes in de agenda zijn genoteerd. Hierover hebben we meer uitgelegd in hoofdstuk 2.
Behandelcode:
De behandelcode wordt “ter informatie” meegestuurd naar de zorgverzekeraar wanneer de eindcode wordt gedeclareerd. U kunt de behandelingen gewoon boeken en declareren. De declaratiemodule houdt de behandelingen vast totdat u de eindcode declareert. In het tabblad traject wordt de behandeling dan lichtgrijs weergegeven en als u met de muis over het i-icoon gaat, ziet u de melding “is zorgproduct” verschijnen
Eindcode:
Om het Zorgtopics-traject te kunnen declareren en het eindbedrag te ontvangen, dient u een eindcode in de agenda te plaatsen. Deze eindcodes zijn al beschikbaar in de configuratie en door u geactiveerd.
Het is een eis binnen de GDS-declaratiestandaard dat de eindcode als apart element wordt aangeleverd en niet als behandelcode. Dit is belangrijk voor een correcte verwerking door zorgverzekeraars en sluit aan bij de berichtstructuur in de GDS waar de losse elementen duidelijk gespecificeerd moeten worden.
Zie hiervoor de link naar de GDS specificaties van Vektis: https://www.vektis.nl/standaardisatie/standaarden/GDS801-2.0/download/Productfinanciering_werkwijze_FT_GDS_v1.0_u9.pdf
Startcode:
Zoals eerder gemeld is de startcode belangrijk voor de registratie. Voor zowel de export naar Zorgtopics als inzicht via het Zorgtopics Dashboard. Aan de startcode is, via de functie declareren onder, een behandelcode gekoppeld. Net zoals hierboven bij de behandelcode beschreven wordt deze ter informatie aangeboden aan de zorgverzekeraar
Wanneer een patiënt binnen de garantietermijn na behandeling terugkomt met dezelfde klachten, start er een recidief traject. De behandelingen binnen dit recidief traject moeten ook worden ingediend bij de zorgverzekeraar. Aan declareren van de recidief eindcode is geen vergoeding gekoppeld; het declareren is dus administratief verplicht, maar levert geen extra uitbetaling op
Behandelcode:
Net zoals in de behandelfase worden afspraken geregistreerd met de behandelcode als prestatiecode. De behandelcode wordt “ter informatie” meegestuurd naar de zorgverzekeraar wanneer u de eindcode declareert. U kunt de behandelingen gewoon boeken en declareren. De declaratiemodule houdt de behandelingen vast totdat u de eindcode declareert. In het tabblad traject worden deze behandelingen lichtgrijs weergegeven, en wanneer u met de muis over het i-icoon gaat, ziet u de melding “is zorgproduct” verschijnen. Deze werkwijze komt overeen met de actuele instructies binnen Zorgtopics en sluit aan op de eisen van de declaratieflow voor zorgverzekeraars.
Eindcode:
Om het Zorgtopics-traject te kunnen declareren en het eindbedrag te ontvangen, dient u een recifief eindcode in de agenda te plaatsen. Dit is een andere code dan de eindcode voor de behandelfase. Deze recidief eindcodes zijn al beschikbaar in de configuratie en door u geactiveerd.
Het is een eis binnen de GDS-declaratiestandaard dat de recidief eindcode als apart element wordt aangeleverd en niet als behandelcode. Dit is belangrijk voor een correcte verwerking door zorgverzekeraars en sluit aan bij de berichtstructuur in de GDS waar de losse elementen duidelijk gespecificeerd moeten worden.
Zie hiervoor de link naar de GDS specificaties van Vektis: https://www.vektis.nl/standaardisatie/standaarden/GDS801-2.0/download/Productfinanciering_werkwijze_FT_GDS_v1.0_u9.pdf
Startcode
Bij een recidief traject worden er geen startcodes geregistreerd.
Een afgerond Zorgtopics traject ziet er als volgt uit:

Hieronder beschrijven we hoe de registratie en declaratie van Zorgproducten bij de jaarovergang moet worden toegepast bij de verschillende zorgverzekeraars.
Sinds de nieuwe GDS worden de zittingen toegerekend aan het jaar waarin de behandeling daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. De declaratie van het traject gebeurt aan het einde van het traject, het aantal zittingen per jaar wordt ter informatie meegestuurd. Hierdoor kan een productfinancieringstraject doorlopen in 2026 en de kosten van de zittingen op de aanvullende verzekering van de patiënt worden geboekt in het jaar waarin de zittingen zijn gevolgd.
Menzis hanteert per zorgproduct een vast aantal zittingen. Deze zittingen worden in rekening gebracht in het jaar waarin het zorgproduct is gestart. Het zorgproduct kan doorlopen in 2026, maar de kosten voor de zittingen worden in 2025 afgeboekt van de aanvullende verzekering.
Als de patiënt in 2025 niet voldoende aanvullend verzekerd is voor het aantal zittingen dat bij het profiel hoort, dan wordt het zorgtraject gedeclareerd als reguliere fysiotherapie.
Zilveren Kruis stopt per 31-12-2025 met het aanbieden van het zorgproduct. Op 29 september hebben alle praktijken met een addendum zorgplan lage rugpijn onderstaand bericht ontvangen van Zilveren Kruis. Vanaf 2026 declareert u alle nieuwe behandeltrajecten weer volgens de reguliere declaratiemethodiek. Behandeltrajecten die voor 2026 zijn gestart en doorlopen in het nieuwe jaar, kunt u gewoon voortzetten en in 2026 afronden. Een zorgproduct kan dus wel afgerond worden in 2026, maar niet worden gestart in 2026.
Een zorgproduct is een specifieke afspraak tussen de zorgaanbieder en de zorgverzekeraar. Wanneer een patiënt van zorgverzekeraar wisselt, kan het zorgproduct niet worden toegepast. In dat geval wordt het traject gedeclareerd als reguliere fysiotherapie.
Een zorgproduct is een specifieke afspraak tussen de zorgaanbieder en de zorgverzekeraar. Wanneer een patiënt van zorgverzekeraar wisselt, kan het zorgproduct niet worden toegepast. In dat geval wordt het traject gedeclareerd als reguliere fysiotherapie
Voor de jaarovergang naar 2026 zijn er geen wijzigingen gepland in het Zorgtopics Dashboard
Indien u vragen heeft over het Zorgtopics dashboard, kunt u deze vragen stellen door middel van een ticket in ons ticketsysteem. Onze collega’s van Intelligence zullen u dan verder helpen.